Nog een reden voor verplaatsing was de unieke klank van het orgel. Het instrument is tot stand gekomen in een periode waarin men zich (na de romantische orgels) weer ging baseren op een barokke orgelklank. Wel met behoud van enkele romantisch orgelkenmerken, zoals een zwelkast en het voix celeste-register.
Hierbij worden zoveel mogelijk instrumenten van een symfonieorkest nagebootst zoals violen, trompetten, bazuinen, hoorns, klarinetten en hobo's. Al deze kenmerken bezit het Pels-orgel. Daarom is het een goede vertegenwoordiger van de zogenaamde ‘orgelbeweging’.
Op het Pels-orgel kan dan ook andere muziek gespeeld worden dan op de barokke orgels in de Grote Kerk, zoals bv de orgelsymfonie van Saint-Saëns en het stuk “de Carillon de Westminster” van Louis Vierne.